Alternatieven voor drukregistratievoorziening langs droge sloten
De Ministeries van Infrastructuur (verkeer) en Waterstaat en van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, de Unie van Waterschappen en de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) hebben bestuurlijke afspraken gemaakt over alternatieven voor de verplichte drukregistratievoorziening (Drukregistratievoorziening of druklogger: toont aan dat de agrariër bij het veldspuiten van een gewasbeschermingsmiddel de juiste spuitdruk hanteert en dat hij het verwaaien van het gewasbeschermingsmiddel voldoende voorkomt.). Eind 2018/begin 2019 waren al afspraken gemaakt die gelden voor kanalen en sloten waar water in staat.
Nu zijn ook afspraken gemaakt die gelden langs droge sloten. Een agrarische ondernemer kan nu kiezen tussen de drukregistratievoorziening (Drukregistratievoorziening of druklogger: toont aan dat de agrariër bij het veldspuiten van een gewasbeschermingsmiddel de juiste spuitdruk hanteert en dat hij het verwaaien van het gewasbeschermingsmiddel voldoende voorkomt.) en alternatieve maatregelen. De bestuurlijk gemaakte afspraken gaan in op 1 januari 2021 en lopen tot eind 2024. In 2024 volgt een evaluatie over het mogelijk verlengen van de gemaakte afspraken.
Wat zijn de bestuurlijke afspraken?
Langs droge sloten kan de agrariër als alternatief voor de verplichte drukregistratievoorziening de volgende alternatieve maatregelen toepassen:
- Een aanvullende driftreducerende voorziening gebruiken. Een drukregistratievoorziening is dan niet vereist.
- Spuitdoppen gebruiken die vanaf 3 bar als driftarm (met weinig verwaaien (door wind) van het gespoten middel.) zijn beoordeeld. Er is geen drukregistratievoorziening vereist.
- Een vaste teeltvrije zone van 0,75 meter aanhouden voor alle gewassen. Zijn op 1 januari 2021 al gewassen geplant of gezaaid langs een droge sloot (Een watergang die belangrijk is om water af te voeren naar hoofdwaterwegen of kanalen.) zonder een bredere teeltvrije zone aan te houden? Dan geldt een overgangstermijn van één teeltseizoen.
Alternatieve maatregelen die mogelijk zijn in plaats van verplichte drukregistratie-voorziening |
Droge sloot (nieuw gemaakte bestuurlijke afspraak) |
Watervoerende watergang (Een rivier, kanaal, sloot of beek die onderdeel is van een stelsel wateren die met elkaar verbonden zijn.) |
---|---|---|
Alternatieve maatregel 1 | Spuitdoppen gebruiken met beoordeling driftarm vanaf 3 bar | Spuitdoppen gebruiken met beoordeling driftarm vanaf 3 bar |
Alternatieve maatregel 2 | Aanvullende driftreducerende voorziening gebruiken | Aanvullende driftreducerende voorziening gebruiken |
Alternatieve maatregel 3 | Vaste teeltvrije zone van 75 centimeter aanhouden voor alle gewassen | Teeltvrije zone van tweemaal de breedte als vereist in het Activiteitenbesluit (Besluit van de minister op basis waarvan vergunningverlening plaatsvindt.) |
Geen handhaving bij toepassing alternatieven
Past de agrarische ondernemer één van deze drie alternatieve maatregelen toe? Dan zullen de toezichthouders van de NVWA en de waterschappen niet handhaven.
Wat is een droge sloot?
Droge sloten zijn volgens het Activiteitenbesluit (Besluit van de minister op basis waarvan vergunningverlening plaatsvindt.):
- gegraven waterlopen waarin van 1 april tot 1 oktober onder normale omstandigheden geen water staat, of
- droge sloten waarin door het plaatsen van stuwen wel water staat, maar die geen water afvoeren.
Een droge sloot (Een watergang die belangrijk is om water af te voeren naar hoofdwaterwegen of kanalen.) en een watervoerende sloot zijn juridisch gezien allebei oppervlaktewater (Al het natuurlijke water dat te zien is aan de oppervlakte, zoals sloten, beken, kanalen en vennen, en in verbinding staan met grondwater.).
Voorschriften uit Activiteitenbesluit
Het Activiteitenbesluit (Besluit van de minister op basis waarvan vergunningverlening plaatsvindt.) milieubeheer schrijft een drukregistratievoorziening (Drukregistratievoorziening of druklogger: toont aan dat de agrariër bij het veldspuiten van een gewasbeschermingsmiddel de juiste spuitdruk hanteert en dat hij het verwaaien van het gewasbeschermingsmiddel voldoende voorkomt.) voor bij een bespuiting langs een droge sloot (Een watergang die belangrijk is om water af te voeren naar hoofdwaterwegen of kanalen.). Deze verplichting geldt algemeen en moet bij alle bespuitingen en op alle percelen (Perceel: stuk grond dat in het Kadaster is opgenomen) worden gebruikt. Het maakt daarbij niet uit of het perceel wel of niet grenst aan oppervlaktewater (Al het natuurlijke water dat te zien is aan de oppervlakte, zoals sloten, beken, kanalen en vennen, en in verbinding staan met grondwater.). Of dat het een watervoerende sloot is of een droge sloot. Daarnaast staat in het Activiteitenbesluit dat de agrarische ondernemer langs droge sloten driftbeperkende maatregelen moet nemen. Dat zijn maatregelen zoals 75% driftreductie, gebruik van kantdop (de buitenste dop op de veldspuit. Deze wordt gebruikt langs oppervlaktewater.), spuitboomhoogte (de hoogte tussen de arm van de veldspuit en het gewas) maximaal 50 cm boven gewas, niet spuiten bij windsnelheid van meer dan 5 meter per seconde. De agrariër hoeft geen teeltvrije zone aan te houden.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u terecht bij Ibo Vaatstra, telefoonnummer 050 304 89 11.