Sluizen
U vindt een sluis (Een sluis staat tussen twee sloten of rivieren die een ander waterpeil hebben. Dus aan de ene kant van een sluis is het water hoger of lager dan aan de andere kant. We kunnen een sluis openen zodat er water door kan stromen.) tussen twee sloten of rivieren die een ander waterpeil hebben. Dus aan de ene kant van een sluis is het water hoger of lager dan aan de andere kant. We kunnen een sluis openen zodat er water door kan stromen. We gebruiken acht soorten sluizen:
1. De schutsluis (Een schutsluis is een waterbouwkundig kunstwerk tussen twee waterwegen met verschillend waterpeil met als voornaamste doel om schepen van het ene naar het andere waterpeil te brengen.)
De schutsluis is de bekendste sluis (Een sluis staat tussen twee sloten of rivieren die een ander waterpeil hebben. Dus aan de ene kant van een sluis is het water hoger of lager dan aan de andere kant. We kunnen een sluis openen zodat er water door kan stromen.). Hij brengt een boot van het ene waterpeil naar het andere waterpeil. Dit werkt zo:
- Een schutsluis heeft twee deuren. Eén deur gaat open en de boot vaart in de sluis. Hierna sluit de deur.
- We laten het water in de schutluis stijgen of dalen. Dit hangt af van het peil (Een merkteken om een bepaalde hoogtemaat aan te geven, bij water de hoogte (het niveau) van de waterspiegel.) aan de andere kant van de sluis.
- Tot slot gaat de tweede deur open en vaart de boot verder.
2. De keersluis (Keersluis is een waterbouwkundig kunstwerk tussen twee waterwegen met een verschillend waterpeil met als voornaamste doel het keren van hoogwater)
De keersluis gebruiken we om water tegen te houden. Als het waterpeil normaal is, is de sluis open. Als het waterpeil erg hoog of er laag is, sluiten we de keersluis. Een voorbeeld is de Oosterscheldekering in Zeeland.
3. De uitwateringssluis
De uitwateringssluis vindt u in kaden, dijken en duinen. We gebruiken deze sluizen om te veel water op het land in een boezem (Een tijdelijke opslagplaats voor te veel polderwater.), kanaal, rivier of zee te laten stromen. Een voorbeeld zijn de Cleveringssluizen in het Lauwersmeer.
4. De ontlastsluis
De ontlastsluis zetten we alleen open na een overstroming. Als we de sluis openen, kan het water uit een polder (Een gebied dat lager ligt dan het omringende water. Doordat er een dijk om de polder is gelegd, kan het waterpeil daarbinnen precies worden geregeld.) in een kanaal, rivier of zee stromen.
5. De inlaatsluis
De inlaatsluis gebruiken we voor twee dingen.
- We openen de sluis zodat er vers water in bijvoorbeeld stadsgrachten of landbouwgebieden stroomt.
- We openen de sluis als het erg droog is. Openen we bijvoorbeeld de sluis in de Gaarkeuken? Dan stroomt er water uit het IJsselmeer in de sloten en kanalen van ons waterschap.
6. De spuisluis
De spuisluis vind je in zeehavens. De sluis zorgt ervoor dat de geul tussen de zee en de haven niet dichtslibt met modder. Achter de sluis ligt een groot gat in de vorm van een kom. Als het vloed is laten we het water in deze kom stromen. Staat het water op z’n hoogst? Dan sluiten we de sluis. Als het eb is openen we de sluis en stroomt het water uit de kom terug de zee in. Het water neemt de modder in de geul mee.
7. De inundatiesluis
Met de inundatiesluis kunnen we een stuk land onder water te zetten. Vroeger werd de inundatiesluis gebruikt door het leger om zich te verdedigen. Ze zorgden ervoor dat het water te laag was om te varen en te hoog om te lopen of te rijden. Nu gebruiken we de sluis om water in boezems te laten stromen. Of om landbouwgrond onder water te zetten.
8. De doksluis
Een doksluis vind je in havens. Met deze sluis zorgen we ervoor dat er bij eb water in de haven is. Zo liggen de boten altijd in het water. Is het vloed en staat het water hoog? Dan sluiten we de sluis. Zo houden we het water in de haven als het eb wordt.
Beheer en onderhoud
Het water op peil houden
Het waterschap bepaalt wat het waterpeil moet zijn in de belangrijkste kanalen, rivieren en sloten (Een sloot is een watergang die belangrijk is om water af te voeren naar hoofdwatergangen of kanalen). We schrijven dit op in een peilbesluit (Besluit waarin het waterschap binnen een bepaald gebied (vaak één of meerdere polders) voor 10 jaar de waterpeilen vaststelt). Als het waterpeil is vastgesteld zorgen we ervoor dat het water ook op dit peil (Een merkteken om een bepaalde hoogtemaat aan te geven, bij water de hoogte (het niveau) van de waterspiegel.) blijft. Dit regelt het waterschap met gemalen (Een gemaal pompt water van een lager naar een hoger niveau. Het zorgt daarmee dat het water in een peilgebeid op een bepaald peil komt of blijft.), stuwen en sluizen.
Uitwateringssluis

Onderhoud R.J. Cleveringsluizen - april tot augustus (2017-2020)
Vragen
Bel ons: 050 304 89 11
maandag tot en met vrijdag
- 08:00 - 16:30 uur