Peilbesluiten
Het waterschap bepaalt de streefpeilen (Streefpeil is het gewenste waterpeil van het oppervlaktewater in rustige weersomstandigheden) en legt deze vast in een peilbesluit. Het vaststellen van een peilbesluit gaat in samenspraak met de belanghebbenden.
Peilbesluiten in voorbereiding
Wat is een peilbesluit?
Een peilbesluit is een besluit waarin het streefpeil (streefpeil is het gewenste waterpeil van het oppervlaktewater in rustige weersomstandigheden) in een bepaald gebied is vastgelegd. Het streefpeil (Streefpeil is het gewenste waterpeil van het oppervlaktewater in rustige weersomstandigheden) is het gewenste waterpeil van het oppervlaktewater (Al het natuurlijke water dat te zien is aan de oppervlakte, zoals sloten, beken, kanalen en vennen, en in verbinding staan met grondwater.) in rustige weersomstandigheden. Het algemeen bestuur (Hoogste beslisorgaan van het waterschap. Zet beleid uit en neemt beslissingen.) van het waterschap neemt het besluit.
Bij een peilbesluit zit tenminste een kaart met de begrenzing van het gebied waarvoor het streefpeil geldt. Het waterschap heeft een inspanningsverplichting om het vastgestelde streefpeil te handhaven.
Bij het peilbesluit hoort een onderbouwend rapport; de zogenaamde ‘toelichting op het peilbesluit’. Hierin is de onderbouwing en de belangenafweging uitgewerkt.
Een peilbesluit is van kracht totdat er een nieuw peilbesluit genomen is.
Wanneer is een peilbesluit nodig?
Peilbesluiten (Besluit waarin het waterschap binnen een bepaald gebied (vaak één of meerdere polders) voor 10 jaar de waterpeilen vaststelt) worden in ieder geval opgesteld voor:
- Het bepalen van het streefpeil (Streefpeil is het gewenste waterpeil van het oppervlaktewater in rustige weersomstandigheden) in de boezem (Een tijdelijke opslagplaats voor te veel polderwater.).
- Het boezemwater is het water waarop de poldergemalen het water lozen. Binnen waterschap Noorderzijlvest gaat het om de Electraboezem en de Fivelingoboezem.
- Het bepalen van het streefpeil van gebieden die geheel of gedeeltelijk de bestemming natuur hebben.
- Gebieden die onder invloed staan van bodemdaling door aardgaswinning of bodemdaling door veenoxidatie.
Meer informatie bodemdaling:
Wanneer is een peilbesluit niet nodig
Veroorzaken natuurlijke omstandigheden grote schommelingen van het waterpeil? Dan is het niet haalbaar om een vast peil (Een merkteken om een bepaalde hoogtemaat aan te geven, bij water de hoogte (het niveau) van de waterspiegel.) aan te houden. In die gebieden geldt dan ook niet altijd een peilbesluit. Bijvoorbeeld in de beeksystemen in het Drentse deel van het waterschapsgebied.
Waar gaat het peilbesluit niet over?
In een peilbesluit staat het streefpeil (Streefpeil is het gewenste waterpeil van het oppervlaktewater in rustige weersomstandigheden) van het oppervlaktewater (Al het natuurlijke water dat te zien is aan de oppervlakte, zoals sloten, beken, kanalen en vennen, en in verbinding staan met grondwater.) centraal. Dus het water in kanalen, maren (Een maar is een een diepe kuil die gevuld is geraakt met water. Het water kan niet wegzakken omdat de bodem bestaat uit een ondoordringbaar laag.), beken en sloten (Een sloot is een watergang die belangrijk is om water af te voeren naar hoofdwatergangen of kanalen).
Een peilbesluit gaat niet over:
- Het ‘diepe grondwater’. De provincie is verantwoordelijk voor het diepe grondwater (bijvoorbeeld voor de grotere grondwateronttrekkingen).
- Het ‘ondiepe grondwater’ binnen bebouwd gebied. Binnen het bebouwde gebied heeft de gemeente de zorgplicht voor het grondwater.
- Grondwaterproblemen op perceelsniveau. De woningeigenaar heeft een zorgplicht voor zijn of haar eigen terrein.
Waar letten we op bij het bepalen van het waterpeil?
Om te bepalen wat een goed waterpeil is, onderzoeken we het watersysteem (Een geografisch afgebakend, samenhangend en functionerend geheel van oppervlakte- en grondwater. Plus de daarbij horende waterbouwwerken, levensgemeenschappen, processen en relaties met de omgeving.) en de omgeving van het water. Ook gaan we in gesprek met de mensen in de streek.
We letten op deze punten:
- Het gebruik van het water en de grond. Is er landbouw of natuur? Varen er boten? Wordt er gevist?
- De belangrijkste kenmerken van het water en de bodem. Wat is het waterpeil nu? Wat is de hoogte van de percelen (perceel: stuk grond dat in het Kadaster is opgenomen)? Bestaat de bodem uit zand, klei of veen?
- De kwaliteit van het water. Hoe is de kwaliteit en kunnen we die verbeteren met aanpassingen in het peilbeheer (Beleid waarmee het waterpeil in een bepaald gebied (vaak één of meerdere polders) wordt gereguleerd.)?
- Het opslaan van teveel water. Hebben de sloten en kanalen voldoende omvang om het teveel te bergen? Bijvoorbeeld als het heel erg heeft geregend?
- Droogte (Een situatie van watertekort. Door weinig regenval, verdamping en minder water dat via de Rijn ons land binnenkomt.). Is het gebied gevoelig voor droogte (Een situatie van watertekort. Door weinig regenval, verdamping en minder water dat via de Rijn ons land binnenkomt.)? Wat kunnen we daaraan doen?
- Bodemdaling. Hoe ver is de bodem gedaald door gaswinning? Of door veenoxidatie? Moet het waterpeil hierop aangepast worden?
Wat zijn de belangrijkste stappen bij het vaststellen van een peilbesluit?
In de Algemene wet Bestuursrecht staat hoe de procedure van het vaststellen van een peilbesluit moet lopen. Bij het vaststellen van een peilbesluit is inspraak mogelijk. Het opstellen en vaststellen van een peilbesluit duurt ongeveer een jaar.
Belangrijkste stappen bij het vaststellen van een peilbesluit
- Het waterschap doet onderzoek naar het gebied en het watersysteem (Een geografisch afgebakend, samenhangend en functionerend geheel van oppervlakte- en grondwater. Plus de daarbij horende waterbouwwerken, levensgemeenschappen, processen en relaties met de omgeving.). Wij brengen de belanghebbenden in beeld. Ook doen we berekeningen om een actueel inzicht te krijgen in het watersysteem (Een geografisch afgebakend (een grens trekken), samenhangend en functionerend geheel van oppervlakte- en grondwater. Plus de daarbij horende waterbouwwerken, levensgemeenschappen, processen en relaties met de omgeving.).
- Het waterschap overlegt met de betrokken medeoverheden (gemeenten en provincie) en andere stakeholders zoals koepelorganisaties, terrein beherende organisaties, natuur- en milieuorganisaties, bedrijven en overige stakeholders. Ook wordt binnen het waterschap met verschillende afdelingen afgestemd zoals met de afdeling Beheer en Onderhoud..
- Afhankelijk van het gebied organiseren we één of meer gebiedsbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten denken we gezamenlijk na over het waterbeheer (Dit is het totaal aan activiteiten die tot doel hebben om het grond- en oppervlaktewater zo goed mogelijk te beheren.) in het gebied.
- De resultaten van berekeningen en de overleggen met het gebied verwerken we in een ontwerp-peilbesluit. Het Dagelijks Bestuur (Het bestuurlijke college dat in opdracht van het algemeen bestuur de dagelijkse gang van zaken binnen het waterschap bestuurt.) stelt het ontwerp-peilbesluit vast.
- In een gebiedsbijeenkomst worden belanghebbenden geïnformeerd over de inhoud van het ontwerp-peilbesluit.
- Het ontwerp-besluit ligt zes weken ter inzage. Belanghebbenden kunnen in deze periode hun zienswijzen op het ontwerp-besluit indienen. Het ontwerp-peilbesluit is dan te lezen op overheid.nl.
- Na de periode van ter inzagelegging behandelen we de zienswijzen. Die leggen we samen met het ontwerp-besluit voor aan de bestuurders. Eerst neemt het Dagelijks Bestuur (Het bestuurlijke college dat in opdracht van het algemeen bestuur de dagelijkse gang van zaken binnen het waterschap bestuurt.) een definitief besluit en daarna het Algemeen Bestuur (Hoogste beslisorgaan van het waterschap. Zet beleid uit en neemt beslissingen.).
- Het definitieve besluit ligt zes weken ter inzage. Hebt u op het ontwerp-besluit een zienswijze ingediend? En is deze niet naar uw tevredenheid behandeld? Dan kunt u beroep indienen op het definitieve besluit. Het definitieve besluit is dan te lezen op overheid.nl.
- Het maatregelplan van het peilbesluit wordt uitgevoerd en de streefpeilen (streefpeil is het gewenste waterpeil van het oppervlaktewater in rustige weersomstandigheden) worden ingesteld.
Meerjarenplanning
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
|
---|---|---|---|---|
Bodemdalingspeilbesluiten(meer dan 10 centimeter bodemdaling) |
||||
De Dijken-Bakkerom |
Afgerond |
|||
De Delthe |
Afgerond |
|||
Eerste Schil Electraboezem |
Start |
Afgerond |
||
Hemert |
Start |
Afgerond |
||
Fivelingoboezem |
Start |
Afgerond |
||
Garmerwolde-Rottegat |
Start |
Afgerond |
||
Fledderbosch-Ons Belang |
Start |
Afgerond |
||
Oudezijl |
Start |
Afgerond |
||
Casper Hommes |
Start |
Afgerond |
||
Spijksterpompen |
Start |
Afgerond |
||
Geen bodemdaling |
||||
NBW (Normen Wateroverlast)-polders |
Afgerond |
|||
Dwarsdiep (gebiedsinrichting ZWK (Zuidelijk Westerkwartier)) |
Start |
Afgerond |
||
Paterswoldsemeer |
Start/Afgerond |
Beleid
Het nemen van peilbesluiten (Besluit waarin het waterschap binnen een bepaald gebied (vaak één of meerdere polders) voor 10 jaar de waterpeilen vaststelt) en het beheren van de peilen behoort tot één van de kerntaken van het waterschap. Daarom is het van belang dat een overzichtelijke beschrijving bestaat van het bestaande peilbeleid.