Clusterbuien en wateroverlast
- Als binnen 24 uur gemiddeld 10 liter water per vierkante meter valt, moet het gemeentelijk rioolstelsel dit kunnen verwerken. RIONED (koepelorganisatie voor riolering en stedelijk waterbeheer (Dit is het totaal aan activiteiten die tot doel hebben om het grond- en oppervlaktewater zo goed mogelijk te beheren.) in Nederland) stelt dat eens in de 2 jaar wateroverlast (Een situatie waarin mensen overlast hebben door te veel water.) acceptabel moet zijn. Dan mag tijdelijk water op straat blijven staan, tot 15 cm. Aanliggende panden horen dan nog droog te blijven, omdat het vloerpeil normaal gesproken 5 cm hoger ligt.
- Tot 6 keer per jaar mag overstort (Een constructie in bijvoorbeeld een rioolstelsel waardoor bij hevige regenval het water uit het stelsel ongezuiverd direct op oppervlaktewater wordt geloosd.) van overtollig rioolwater plaatsvinden bij een gescheiden rioolstelsel. Omdat overstort de kwaliteit van het oppervlaktewater (Al het natuurlijke water dat te zien is aan de oppervlakte, zoals sloten, beken, kanalen en vennen, en in verbinding staan met grondwater.) kan beïnvloeden, worden ook wel grote kelders aangelegd waarin rioolwater tijdelijk kan worden opgevangen. Daarna kan het vuile water alsnog via het riool worden afgevoerd. Zo komt het niet in het oppervlaktewater terechtkomt.
Bij stortbuien – clusterbuien – valt in korte tijd heel veel neerslag. Het rioleringssysteem kan zoveel water ineens niet aan. Dan kunnen putten overstromen en kan de straat tijdelijk blank komen te staan. Het kan ook leiden tot riooloverstort (Een voorziening die het mogelijk maakt om bij overbelasting van het riool, bijvoorbeeld wanneer het veel regent, het rioolwater direct te lozen op vijver, kanaal of rivier.).
- Door overstort (Een constructie in bijvoorbeeld een rioolstelsel waardoor bij hevige regenval het water uit het stelsel ongezuiverd direct op oppervlaktewater wordt geloosd.) bij een gemengd rioolstelsel
Bij hevige regenval is de capaciteit van de riolering soms onvoldoende. Gevolg is dat de riolering de hoeveelheid regenwater dan niet kan verwerken. Zelfs putdeksels kunnen, door de waterdruk vanuit het riool, worden opgetild. Dan vindt overstort plaats. Het teveel aan regenwater (vermengd met afvalwater (Vies water vanuit bijvoorbeeld douches en wc's dat via het riool naar een rioolwaterzuivering gaat om daar weer schoon te worden gemaakt.)) wordt dan, vanuit het riool, direct geloosd op het oppervlaktewater (Al het natuurlijke water dat te zien is aan de oppervlakte, zoals sloten, beken, kanalen en vennen, en in verbinding staan met grondwater.). Ook kan het gebeuren dat het water op straat terechtkomt. Dit kan leiden tot verkeersoverlast, vooral in stedelijk gebied. In landelijk gebied, waar minder verharding zoals asfalt voorkomt (en regen dus kan wegzakken in de grond), gebeurt dit minder snel. - Door overstroming
Ook kan overlast ontstaan doordat sloten en vijvers vollopen en buiten hun oevers (Een rand van een kanaal, rivier of meer.) treden. Of doordat het regenwater op straat blijft staan (wat beter is dan dat het water naar woningen stroomt).