Het waterschap beleeft een periode met steeds hogere investeringen in werk aan water. In deze bestuursperiode tot 2027 loopt dat op tot gemiddeld € 62 miljoen per jaar. 

Uitvoeringstoets

De tendens met stijgende investeringen loopt nog een poos door. Na 2027 daalt het investeringsvolume enigszins. Bij de start van deze bestuursperiode werd nog rekening gehouden met een gemiddelde van ongeveer € 50 miljoen per jaar.
Om goed zicht te krijgen op het perspectief voor de langere termijn is een uitvoeringstoets gedaan. De ambities uit het coalitieakkoord zijn daarin op haalbaarheid getoetst in tijd, geld en capaciteit. Conclusie: niet alles past. Er is meer nodig om de gestelde ambities en doelen te kunnen realiseren. 

Het dagelijks bestuur stelt daarom voor om het groeiende en veranderende werk van het waterschap beheerst het hoofd te bieden. Het dagelijks bestuur wil reëel plannen in tijd, geld en capaciteit. Daarom worden sommige plannen doorgeschoven naar latere jaren, wordt financiële ruimte op onderdelen beperkt en een aantal investeringen geschrapt. Dat levert een besparing in de periode tot 2027 op van opgeteld € 21 miljoen aan eenmalige investeringen. 

Meer en veranderend werk aan water

Het werk aan de kerntaken in het beheren van het oppervlaktewater verandert, wordt veelomvattender en betekent maatschappelijk steeds meer. Het werk gaat daardoor ook meer kosten. Het dagelijks bestuur kijkt met het Uitvoeringsprogramma verder vooruit dan de eigen bestuursperiode lang is. Het bestuur wil daarbij behoedzaam geld reserveren. De ontwikkelingen zijn weliswaar onafwendbaar maar nu nog niet op concrete financiële bijdragen te zetten:

  • Het veranderend klimaat vraagt om meer ruimte voor water: in de bodem, bij het gebruik van land, in het systeem met peilen voor de hoofdwatergangen, in tijdelijke waterbergingen bij onveilige situaties en grotere pompcapaciteit voor steeds grotere hoeveelheden neerslag in steeds vaker voorkomende natte periodes. Een gegarandeerde afvoer van teveel water naar zee in langdurig natte periodes staat sinds de presentatie van de nieuwste klimaatscenario’s nadrukkelijk op de agenda.
    Naast omgaan met te veel water, zijn ook maatregelen nodig om beter water vast te houden in droge periodes.
  • Om onze volksgezondheid te borgen moeten onze zuiveringen voldoen aan steeds strengere eisen om meer microverontreinigingen en medicijnresten uit ons afvalwater te zuiveren. De installaties draaien al jaren en zijn op tijd aan onderhoud en vernieuwing toe. Die tijd breekt nu aan. Datzelfde geldt voor persleidingen die afvalwater aanvoeren naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties. 
  • Het waterschap moet én wil Europese afspraken over de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater naleven. Dat betekent dat er tal van maatregelen worden voorbereid en uitgevoerd in, bij en langs watergangen en (op termijn) onze zuiveringen.
  • Het versterken van dijken langs de zee helpt om nog tientallen jaren veilig te kunnen blijven leven met water bij een stijgende zeespiegel. Toch moeten we nu al nadenken over andere vormen van kustverdediging voor de verdere toekomst. Noorderzijlvest speelt hierin een rol met het beheer van 70 kilometer zeedijk langs de Waddenkust.
  • Het waterschap levert zijn bijdrage aan (inter)nationale klimaatdoelen door minder broeikassen uit te stoten, eigen energie op te wekken en grondstoffen opnieuw te gebruiken. Bij dergelijke innovaties kiest het waterschap ervoor liever actief te volgen dan voorop te lopen.
  • Groeiende stedelijke gebieden maken nieuwe investeringen in de hele waterketen noodzakelijk.

Keuzes om ruimte te maken in de begroting

Het bestuur maakt ruimte door € 21 miljoen aan geplande investeringen en nog te onzekere reserveringen uit de planning tot 2027 te halen. In veel gevallen schuiven deze plannen door naar de jaren die volgen. Het gaat dan onder meer om de aanleg van nog een aantal vispassages, de aanpak van de Dorkwerdersluis en toekomstige investeringen voor de groeiende Westrand van Groningen. Langs regionale keringen (dijken en kades in het achterland) is voor 8 kilometer lengte een aanpak nodig. Dat kan het waterschap nog na 2027 doen.

Stijgende lasten

Hogere investeringen leiden, zoals al eerder aangekondigd, tot stijgende lasten voor huishoudens en ondernemers. De tariefontwikkeling zal bij dit investeringsvolume gemiddeld uitkomen op ongeveer 11% stijging voor de categorie woningeigenaren voor 2025 en 2026. Vanaf 2027 voorziet het waterschap een stijging met gemiddeld 6%. Daarbij geldt een voorbehoud: onzekerheden in geopolitiek, de markt en prijs- en loonontwikkeling kunnen dit beeld veranderen.

Algemeen bestuur neemt besluit

De voorstellen staan in het Uitvoeringsprogramma ‘De waarde van water’(externe link). Het algemeen bestuur neemt er op 27 maart een besluit over.