Uit de vergadering van het algemeen bestuur van 28 mei

Aandeel categorieën belastingbetalers opnieuw bepaald

Per 1 januari 2026 geldt er een nieuw belastingstelsel voor de waterschappen. In het huidige stelsel werd een tarief bepaald door de economische waarde van (on)roerende zaken van de belastingbetalers. In het nieuwe stelsel staat het profijtbeginsel centraal: welk belang hebben de verschillende belastingbetalers bij het werk van het waterschap.

Dat betekent dat voor bepaalde categorieën belastingbetalers bepaald kan worden of zij meer of minder profijt hebben van het werk van het waterschap. En daarom ook meer of minder gaan betalen. De uitkomst van onderzoek naar hoe Noorderzijlvest deze nieuwe wetgeving wil toepassen, leidt tot de conclusie dat er binnen wettelijke bandbreedtes een paar verschillen optreden in het toedelen van de kosten voor het werk van het waterschap voor de taak ‘watersysteem’. Met de nieuwe kostentoedeling repareren we het mechanisme dat door telkens stijgende WOZ waarden bezitters van vastgoed in verhouding steeds meer belasting betalen terwijl het aandeel voor de categorie ongebouwd in die trend daalt.

Het waterschap kent een aantal verschillende categorieën belastingbetalers: ingezetenen, ongebouwd (veelal eigenaren van agrarische percelen), gebouwd (bezitters van vastgoed) en eigenaren van natuurterreinen. Zij betalen elk een deel van de totale belastingopbrengst. 

Ingezetenen betalen vanaf 2026 28% van dat aandeel (was tot dusver 30%). Eigenaren van vastgoed betalen een aandeel van 54,45% (was 56,6%). Eigenaren van natuurterreinen blijven 0,25% voor hun rekening nemen. Het aandeel voor de categorie ongebouwd is 17,3% (was 13,1%).

Het algemeen bestuur heeft op woensdag 28 mei besloten in te stemmen met deze nieuwe kostentoedeling. Over de complete kostentoedeling inclusief de heffingsgrondslag voor de taak ‘zuiveren’ wordt op 9 juli door het algemeen bestuur een besluit genomen. De nieuwe kostentoedeling gaat tenminste voor twee jaar gelden, vanaf 1 januari 2026.

Krediet voor optimalisatie waterberging De Onlanden

Het algemeen bestuur heeft een krediet van € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor optimalisatie van waterberging De Onlanden. Dit is één van de maatregelen van het project Droge Voeten 2050 waarmee Provincie Groningen, Provincie Drenthe en Waterschap Noorderzijlvest wateroverlast willen tegengaan. De optimalisatie houdt in dat er 5 miljoen m³ extra water kan worden opgeslagen bij extreme neerslag, wat helpt tegen klimaatverandering.

Het ontwerp-projectbesluit voor extra waterberging in De Onlanden lag ter inzage van 19 december 2024 t/m 30 januari 2025. Gedeputeerde Staten van Provincie Drenthe neemt naar verwachting voor de zomer een definitief besluit. Daarna gaat de uitvoering van start. Vooruitlopend hierop heeft het algemeen bestuur van het waterschap een krediet van € 15 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan €10 miljoen al gereserveerd was. De extra € 5 miljoen is voor aanvullende maatregelen zoals het aanpassen van de pompcapaciteit van gemalen, bescherming van gebouwen en ophoging van dijken, paden en wegen.

Subsidieaanvraag

Verder heeft Waterschap Noorderzijlvest een GLB EU-subsidie van € 1.500.293 aangevraagd voor De Onlanden. De aanvraag wordt momenteel beoordeeld door het Samenwerkingsverband Noord Nederland. Europese subsidies moeten volgens het Nederlands Nationaal Strategisch Plan worden aangevuld met nationale en regionale middelen. De waterschappen en de provincie Drenthe hebben hierover afspraken gemaakt in een bestuursovereenkomst. Als compensatie zal Noorderzijlvest          € 204.600 besteden aan waterbeheerprojecten (DAW, Deltaplan Agrarisch Waterbeheer) in De Onlanden en de Kop van Drenthe. Provincie Drenthe zal in dit gebied hetzelfde bedrag bijdragen aan Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer. Boeren krijgen dan subsidie voor akkerranden, wat helpt bij het verbeteren van de waterkwaliteit. 
Het algemeen bestuur van het waterschap heeft € 204.600 gereserveerd voor DAW, indien de EU-subsidie wordt toegekend.